top of page

5 feiten en fabels over een plantaardig eetpatroon

Bijgewerkt op: 12 okt. 2020



‘Een plantaardig eetpatroon moet hoofdzakelijk bestaan uit groente.’

FABEL

Vaak wordt veganisme geassocieerd met het zielig bijten op broccoli. Groente is erg gezond en zou een belangrijk deel moeten zijn van alle denkbare voedingspatronen. Echter, het eten van groente moet binnen een plantaardig dieet niet ten koste gaan van de net zo belangrijke andere 4 hoofdgroepen; volkoren granen, peulvruchten, fruit en noten&zaden.


‘Groente eet je het beste rauw, omdat anders belangrijke enzymen kapot worden gemaakt.’

FABEL

Er is geen bewijs beschikbaar dat groente het beste rauw kan worden gegeten om deze reden. Het klopt dat plantenenzymen niet hittebestendig zijn. Echter, plantenenzymen zijn voor de mens geen essentiële voedingsstof omdat het verteringsstelsel zelf alle benodigde enzymen kan aanmaken om voor een perfecte vertering. Plantenenzymen hebben dus geen relevante invloed op de de gezondheid van de mens.


‘Veganisten hoeven geen zink te suppleren.’

FEIT

Of zink gesuppleerd moet worden hangt niet per se af van het dieet, maar van de specifieke keuze van voedingsmiddelen die je regelmatig eet. Bij een goede samenstelling van een plantaardig voedingspatroon kan een plantaardig dieet ook zonder supplementen voldoende zink bevatten en dat binnen iedere levensfase.


‘Een groot deel van de bevolking heeft onafhankelijk van het dieet een vitamine B12-tekort.'

FABEL

Een vaak gebruikt argument van veganisten in de discussie rondom B12 is deze uitspraak. Uit onderzoeken is inderdaad gebleken dat er meer tekorten van vitamine B12 onder de bevolking van alleseters voorkomt dan men alvorens gedacht had. Echter, onder de groep veganisten en vegetariërs die niet suppleren met B12 in vergelijking tot de groep alleseters, komt een vitamine B12- tekort toch vaker voor.

Bron: cursus Écht (w)eten 2.0


105 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page