‘Eet meer plantaardig en minder dierlijk’ is het overkoepelende advies van de richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad.(1) En Nederland staat hier niet alleen in. Ook bijvoorbeeld de Portugese, Engelse, Canadese, Australische en de ’s werelds grootste voedingsinstantie, de Academy of Nutrition and Dietetics, van Amerika geven in grote lijnen hetzelfde advies.
Gemengde onderzoeksresultaten
Hoewel er dus overtuigend bewijs daarvoor is dat een meer plantaardig en minder dierlijk eetpatroon voor de mens het gezondst is, zijn toch onderzoeksresultaten van onderzoek naar veganisme gemengd. Niet in ieder onderzoek waren ook veganisten de gezondste onderzoekspopulatie. Om goede uitspraken te kunnen doen, zijn studies nodig die de mensen precies voorschrijft wat ze wanneer eten en doen. Alleen op deze manier heb je een goed idee over wat mensen nu daadwerkelijk eten en hoe leefstijlfactoren bijdragen aan het voorkomen of het ontstaan van ziektes. Alleen het probleem is, dat dergelijke studies moeilijk in praktijk te brengen zijn.
Zo is het ook niet gek dat er binnen de wetenschap nogal tegenstrijdige resultaten worden gevonden
Het is in de voedingswetenschap bijna onmogelijk om ‘health outomes’ van lange termijn te onderzoeken, omdat er ontelbare factoren zijn die jouw gezondheid bepalen. Het is dus bijna onmogelijk om twee groepen, bijvoorbeeld vegans en vleeseters met elkaar te vergelijken.
Zo is het ook niet gek dat er binnen de wetenschap nogal tegenstrijdige resultaten worden gevonden. Daarnaast is er binnen de wetenschap nog steeds geen duidelijke definitie opgezet die veganisme moet omschrijven. Het enkele criterium is, dat geen dierlijke producten worden gegeten. Deze omschrijving biedt nogal wat ruimte voor interpretatie. Ieder denkbaar eetpatroon zonder dierlijke producten kan dus als een veganistisch dieet worden beschouwd. Dit dieet kan zowel heel gezond als ongezond zijn, omdat er ondertussen ook voor bijna ieder fastfood een vegan variant op de markt te vinden is. Het feit dat iets vegan is, hoeft niet per se te betekenen dat het ook gezond is.
Twee soorten vegans
Ik vind, dat je grofweg twee ‘soorten’ vegans van elkaar kunt onderscheiden. Die vegans die in eerste instantie alleen aan het dierenleed en/ of het milieu en maar weinig aandacht besteden aan de gezondheidswaarde van hun dieet.
En dan heb je die vegans die vanuit gezondheidsperspectief de switch maken en juist (te) veel nadenken over voedingsstoffen en voedzame voedingsmiddelen. Dit is even een heel grove indeling; uitzonderlingen natuurlijk daargelaten.
Wat ik hiermee wil illustreren is, dat deze twee groepen in onderzoeken naar veganisme niet van elkaar worden onderscheiden, hoewel het eetpatroon en de lifestyle behoorlijk kan verschillen.(2)
Dit heeft als gevolg dat eventuele negatieve effecten van een junkfood-vegan-leefwijze door de uiterst gezondheidsbewuste veganisten voor een deel niet aan het licht komen, en andersom natuurlijk.
Het beste is dus om niet alleen onderscheid te maken tussen vegetarisch, vegan of vleeseter, maar om ook de kwaliteit van het eetpatroon in beschouwing te nemen.(3)
Dit bedoel ik
Het is daarom ook niet vreemd waarom een vegan dieet niet in ieder onderzoek zo goede resultaten laat zien. Als je bijvoorbeeld het eetpatroon van de veganisten in de zogenaamde Adventist Health Study 2 (AHS-2) vergelijkt met de groep veganisten uit de EPIC Oxford Study, wordt duidelijk dat de veganisten uit de Engelse studie veel minder vezels en vitamine C tot zich namen. Dat laat zien dat deze veganisten veel minder vezelrijke volkoren producten en peulvruchten aten en weinig vitamine-C-rijk fruit en groente.(4,5)
Ditzelfde fenomeen speelt een rol bij onderzoek naar vegetarisme. Gezondheidsbewuste vegetarische Adventisten hebben bijvoorbeeld een hogere levensverwachting en een lager risico op darmkanker dan vleeseters(6,7), maar de vegetariërs uit de EPIC Oxford Study hadden dit in vergelijking met de groep mensen die vlees aten weer niet.(8)
En dan nog dit
Bovendien moet je er bewust van zijn dat veel mensen al een hele tijd ongezond aten voordat ze veganist werden. Dit is een belangrijk besef, omdat chronische ziektes zich gedurende vele tientallen jaren ontwikkelen en dan pas te voor schijn kunnen komen als men al voor langere tijd gezond is gaan eten. Dit is een andere limitatie die verbonden is aan epidemiologisch wetenschappelijk onderzoek naar voeding…
Jouw take-home-message
Ieder gezond en volwaardig volledig plantaardig eetpatroon is automatisch een veganistisch dieet, maar niet ieder veganistisch dieet is ook een gezond en volwaardig volledig plantaardig eetpatroon.
Denk dus naast het welzijn van de dieren en de milieukwesties ook aan jouw eigen gezondheid.
Alleen als je dat doet, kun je het maximale (gezondheids)voordeel uit een veganistisch dieet halen en anderen, door zelf een positief voorbeeld te zijn, bewijzen dat veganisme de oplossing is voor veel grote maatschappelijke, medische, economische en ecologische problemen.
Zo zetten wij het veganisme in positief licht en zorgen wij samen voor een gezondere, duurzamere en meer diervriendelijke wereld.
(1) Meyboom-de Jong, B., 2018. Richtlijnen goede voeding 2015 van de Gezondheidsraad. Bijblijven, 34(5), pp.358-360.
(2) Tuso, P.J., Ismail, M.H., Ha, B.P. and Bartolotto, C., 2013. Nutritional update for physicians: plant-based diets. The Permanente Journal, 17(2), p.61.
(3) Tuso, P.J., Ismail, M.H., Ha, B.P. and Bartolotto, C., 2013. Nutritional update for physicians: plant-based diets. The Permanente Journal, 17(2), p.61.
(4) Butler, T. L., Fraser, G. E., Beeson, W. L., Knutsen, S. F., Herring, R. P., Chan, J., ... & Jaceldo-Siegl, K. (2008). Cohort profile: the Adventist health study-2 (AHS-2). International journal of epidemiology, 37(2), 260-265.
(5) Davey, G.K., Spencer, E.A., Appleby, P.N., Allen, N.E., Knox, K.H. and Key, T.J., 2003. EPIC–Oxford: lifestyle characteristics and nutrient intakes in a cohort of 33 883 meat-eaters and 31 546 non meat-eaters in the UK. Public health nutrition, 6(3), pp.259-268.
(6) Orlich, M.J., Singh, P.N., Sabaté, J., Jaceldo-Siegl, K., Fan, J., Knutsen, S., Beeson, W.L. and Fraser, G.E., 2013. Vegetarian dietary patterns and mortality in Adventist Health Study 2. JAMA internal medicine, 173(13), pp.1230-1238.
(7) Orlich, M.J., Singh, P.N., Sabaté, J., Fan, J., Sveen, L., Bennett, H., Knutsen, S.F., Beeson, W.L., Jaceldo-Siegl, K., Butler, T.L. and Herring, R.P., 2015. Vegetarian dietary patterns and the risk of colorectal cancers. JAMA internal medicine, 175(5), pp.767-776.
(8) Key, T.J., Appleby, P.N., Spencer, E.A., Travis, R.C., Roddam, A.W. and Allen, N.E., 2009. Mortality in British vegetarians: results from the European prospective investigation into cancer and nutrition (EPIC-Oxford). The American journal of clinical nutrition, 89(5), pp.1613S-1619S.
Comments